schijndood
Beerdiertjes zijn microscopisch kleine organismen die nog wel spieren, zenuwen, pootjes, ogen en een snuit hebben. Wanneer ze een extreme situatie tegenkomen, kunnen ze dit overleven door in een schijndode toestand te gaan. Dit wordt ook wel cryptobiose genoemd. Hierbij verschrompelen ze tot een soort tonnetje en bevat hun lichaam nog maar drie procent van de normale hoeveelheid water. Zodra de omgeving weer leefbaar is, komt het beerdiertje weer tot leven.
Doornroosje
In 1983 zochten onderzoekers op Antarctica naar een beerdiersoort genaamd Acutuncus antarcticus. Een aantal hiervan vonden ze op bevroren stukken mos. Deze namen ze mee naar hun laboratorium waar ze meer dan dertig jaar bij -20°C werden opgeslagen. Pas in 2014 werden ze weer ontdooid. De onderzoekers vonden uiteindelijk drie beerdiertjes levend terug. Zij kregen de toepasselijke namen Sleeping Beauty (Doornroosje) 1, 2 en 3. Na een aantal dagen zagen de wetenschappers de beerdiertjes alweer lopen en van het mos eten. Sommige van hen begonnen zich zelfs weer succesvol voort te planten. Voor deze ontdekking was de nematode Plectus murrayi de soort die bevriezing het langst wist te overleven, wel 25,5 jaar. De nematoden wisten zich alleen niet meer voort te planten na deze periode van bevriezing.
record
Onder andere omstandigheden overleeft een beerdiertje ‘maar’ zo’n tien jaar zijn schijndode toestand. Dit komt doordat zuurstof, dat ontstaat tijdens de spijsvertering, de cellen van het beerdiertje aantast. De onderzoekers denken dat de combinatie van kou en de afwezigheid van zuurstof ervoor zorgt dat beerdiertjes op Antarctica langer de cryptobiose kunnen overleven dan normaal. Wetenschappers hopen met verder onderzoek meer te weten te komen over de mechanismen achter cryptobiose
Bron: Cryobiology