Wel of geen seks?

Er zijn grofweg twee soorten voortplanting in de natuur: met en zonder seks. Bij seksuele of geslachtelijke voortplanting wordt het genetisch materiaal van twee individuen gecombineerd en gebruikt om een nieuw organisme te vormen. De seksloze vorm van reproductie heet aseksuele of ongeslachtelijke voortplanting.

Supersnel

Een grote groep micro-organismen, genaamd de prokaryoten (dus zonder kern), kan zich alleen aseksueel voortplanten. Bacteriën en archaea reproduceren zich voornamelijk door binaire deling. Dat houdt in dat ze zich simpelweg delen in twee identieke cellen. Als de omstandigheden precies goed zijn, delen sommige bacteriën zich in slechts twintig minuten. Na tien uur heeft één bacterie zich dan gedeeld in een miljard bacteriën. In Micropia zijn deze binaire delingen te zien.

Bacteriën kunnen zich dan niet seksueel voortplanten, maar ze kunnen onderling wel genetische informatie uitwisselen. Door middel van een pilus maken twee bacteriën contact met elkaar en wisselen genetisch materiaal uit. Dit heet conjugatie. Sommige bacterieën nemen ook simpelweg DNA op dat in hun omgeving ronddrijft. Door genetisch materiaal uit te wisselen, kunnen bacteriën snel aan nieuwe eigenschappen komen. Hierdoor kunnen zij zich aanpassen en overleven in nieuwe omgevingen.


      Tijdens de conjugatie maken twee bacteriën contact door middel van een pilus.

Tijdens de conjugatie maken twee bacteriën contact door middel van een pilus.

Meer variatie met seks


      de nematode Caenorhabditis elegans.

De nematode Caenorhabditis elegans.

Eukaryote microben kunnen zich geslachtelijk of ongeslachtelijk voortplanten. Of allebei. Een voorbeeld van dit laatste is de nematode (Caenorhabditis elegans). C. elegans bestaat uit mannelijke en tweeslachtige, of hermafrodiete individuen. Bij seksuele voortplanting gaan een mannetje en een hermafrodiet naast elkaar liggen. Het mannetje brengt vervolgens sperma in en bevrucht de eieren van de hermafrodiet. Hermafrodieten bezitten zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen en kunnen dus ook zichzelf bevruchten.

Ondanks het gemak van deze aseksuele zelfbevruchting geeft de hermafrodiet toch de voorkeur aan mannetjes. Omdat dit meer nakomelingen oplevert en meer genetische variatie in het nageslacht. Maar makkelijk is het niet: slechts 0,1% van alle nematoden is mannelijk.

Sporenschieter

Ook veel schimmels kunnen zich seksueel en aseksueel voortplanten. Schimmels planten zich vaak voort met sporen, een soort zaden die kunnen worden verspreid door de wind of de regen. Komt een spore op een geschikte plek terecht, dan groeit er een nieuwe schimmel uit.

Sommige schimmels gebruiken speciale structuren om de sporen te verspreiden, zoals paddenstoelen. Schimmels uit het genus Pilobolus gebruiken een wel heel speciale manier om hun sporen te verspreiden. Ze groeien vooral op poep en schieten hun sporen met een enorme snelheid af. Kijk ook eens naar het filmpje.


        Pilobolus schiet zijn sporen met enorme snelheid weg.

Pilobolus schiet zijn sporen met enorme snelheid weg.

Gijzeling

Virussen kunnen zich niet zelfstandig voortplanten. Hiervoor hebben ze de cel van een gastheer nodig. Het virus infecteert een gastheercel en laat zijn genetisch materiaal erin los. Het genetisch materiaal wordt in dat van de gastheercel gebouwd. Op die manier gijzelt het virus de cel en laat hem nieuwe virussen bouwen. Uiteindelijk barst de cel uit elkaar en komen er talrijke nieuwe virussen vrij.